Witte donderdag, 1 april 2021

De voetwassing

Glimlachend en vol zelfvertrouwen
zaten zij aan de Paasdis.
Maar vlak daarop ging alles mis
en keek de Meester naar hen.
Eén voor één, in de gevallen stilte, keek Hij hen aan.
Om daarna zelf op te staan,
zijn overkleed afleggend
en nog almaar niets zeggend
voorzag Hij zich van water en een doek.

En zij? Koppig zwijgend, elkaar beglurend
vanuit hun ooghoek zagen zij toe
hoe Jezus voor hen knielde.
En,  wat hen verraste,
hen één voor één de voeten waste.
Hij – hun Meester – van wie ze hielden.
Voor zulk werk moest je slaaf
of de minste van allen zijn.
Dat de Meester dit deed
was beschamend – deed pijn.

Petrus hield de stilte niet langer vol.
“U mijn voeten wassen?
Dat is al te dol.
Dat mag niet gebeuren in der eeuwigheid.”

“Het gebeurt daarom nú – in deze tijd.
Zonder wassing kun je Mij niet toebehoren.
Steek dus gehoorzaam je voeten naar voren.”

“Maar lieve Heere – U bent alles voor mij –
Was niet slechts mijn voeten,
maar mijn hoofd er nog bij.”

NU, eeuwen later, bedenken wij in schuld:
niets is er veranderd. Ook heden weer
knielt de Heiland, met liefde en geduld,
om ieder van ons te wassen, neer.
En Zijn vraag is nog steeds
“Wilt U Mij toebehoren?”